Ingrediënten:

200 gram langkorrelige rijst
200 gram gepelde garnalen
130 gram fijngesnipperde ui
20 gram roomboter
1 in kleine blokjes gesneden rode paprika
1/2 stengel in zeer smalle reepjes gesneden bleekselderij
1 theelepeltje gedroogde tijm
mespuntje sambal
zout en peper uit de molen
braadboter

Bereiding:

Breng in een ruime kookpan 2 liter water met een theelepeltje zout aan de kook. Kook de rijst gaar, giet hem af en zet de rijst met het deksel op de pan aan de kant.
Zet een ruime braadpan op het vuur en laat deze boven hoog vuur even warm worden.
Doe een flinke scheut braadboter in de pan, wacht tot het schuim verdwenen is en de boter lichtbruin van kleur is.
Roerbak de paprika, gesnipperde ui en de bleekselderij tot deze iets kleur beginnen te krijgen.
Strooi er wat zout, peper en de tijm over, roer alles goed door elkaar, temper het vuur en laat het gerecht nog een paar minuten zachtjes braden.
Voeg als laatste de garnalen toe, schep de rijst bij in de pan en roer alles met een vork goed door elkaar.
Snij de roomboter in een paar klontjes en laat deze op de jambalaya smelten.